Chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen zijn overal om ons heen. Toch blijkt uit recent onderzoek dat veel Nederlanders er nauwelijks bij stilstaan. Het onderwerp leeft weinig: mensen kunnen vaak geen concrete voorbeelden noemen, voelen weinig urgentie en zoeken zelden actief naar informatie. Tegelijkertijd zijn ze zich wel bewust van de mogelijke risico’s, vooral voor het milieu en eigen gezondheid.
We voerden het onderzoek uit in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), als 0-meting binnen het Impulsprogramma Chemische Stoffen. Doel was om inzicht te krijgen in hoe Nederlanders denken over chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen, wat hun informatiebehoefte is en hoe communicatie hierover beter kan aansluiten bij verschillende doelgroepen.
Als mensen gevraagd wordt wat ze verstaan onder chemische stoffen, noemen ze vooral bekende middelen zoals chloor, PFAS, bleek of ammoniak. Bij bestrijdingsmiddelen denken ze aan pesticiden, onkruidverdelgers en gif tegen mieren of muizen. Toch geeft een grote groep aan het eigenlijk niet goed te weten of geen duidelijke voorbeelden te kunnen noemen. Het onderwerp speelt simpelweg geen grote rol in het dagelijks leven. Bijna de helft van de Nederlanders zegt zich er bijna nooit mee bezig te houden. Ook in gesprekken met anderen komt het zelden ter sprake. Slechts een kleine groep zoekt actief informatie op of past gedrag bewust aan om blootstelling te beperken.
Ondanks die lage betrokkenheid nemen mensen wel basismaatregelen, zoals ventileren of groenten en fruit goed wassen. Meer specifieke gedragingen, zoals geen voedsel opwarmen in plastic of kiezen voor natuurlijke schoonmaakmiddelen, zijn minder gebruikelijk. Voor wie wel aanpassingen doet, is gezondheid de belangrijkste reden. Ook hygiëne en milieubewustzijn spelen mee, maar de wens om schadelijke effecten voor de eigen gezondheid te voorkomen, weegt het zwaarst.
Veel mensen zijn zich bewust van bedreigingen die het gebruik van chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen met zich meebrengen. Vooral mogelijke schade aan natuur en milieu zien veel mensen als negatief gevolg. Bijna driekwart denkt dat dit risico heel groot is of zelfs extreem. Ook gezondheidsrisico’s worden serieus genomen. Ongeveer de helft ziet hierin een duidelijk gevaar. Ongediertebestrijding wordt het vaakst als risicovol ervaren, terwijl buitenactiviteiten zoals wandelen of sporten juist als onschuldig worden gezien. Mensen met een kwetsbare gezondheid, hoger opgeleiden en 65-plussers zijn gemiddeld genomen kritischer over het onderwerp. Opvallend is dat een kritische houding niet automatisch leidt tot meer interesse of zoeken naar informatie.
De meeste Nederlanders vinden dat de overheid verantwoordelijk is voor duidelijke informatie over chemische stoffen en de effecten ervan. Tegelijk is ruim de helft van mening dat die informatie nu tekortschiet. Wat mensen vooral willen, is praktische en toegankelijke communicatie, bijvoorbeeld via labels op verpakkingen, een centrale overheidswebsite of via vertrouwde mediakanalen zoals het nieuws en consumentenprogramma’s. Zelf actief op zoek gaan naar informatie doen mensen zelden. Als ze dat wél doen, is het meestal omdat een product vragen oproept of naar aanleiding van een nieuwsbericht.